No Man’s Land I

Kunstenaar: Quinten Ingelaere (°1985, Gent)

Kunstwerk: No Man’s Land I

Details: olieverf op doek op paneel, 122x22cm (2019-2020)

Gezien: in Dauwens & Beernaert Gallery

Expo: de expositie ‘No Pain No Gain’ loopt tot 29 februari 2020

Gesprek: 1 februari 2020, Café Bebo

Interessant omdat: Quinten Ingelaere als geen ander vakmanschap weet te koppelen aan kunstzinnige creativiteit. Hij is gefascineerd door de Oude Meesters en legde zich toe op eeuwenoude schilderstechnieken. Tegelijk geeft hij het begrip ‘stilleven’ een heel eigen en eigentijdse invulling.

Quinten Ingelaere - No Title (2015)
Quinten Ingelaere – No Title (2015)

Tempera, marouflage, tonale kleuropbouw… in een gesprek met Quinten Ingelaere vallen de technische termen als herfstbladeren van een boom. Meesterschap is de basis van zijn kunstpraktijk. Verf mengen, panelen schaven, doeken prepareren… Ingelaere vindt rust in de handeling. Die rust loopt door in de schilderijen die de Gentse Antwerpenaar maakt. De stillevens van de enkele jaren terug zijn intussen geëvolueerd naar stemmige landschappen, altijd in een stijl die zweeft tussen barok en romantiek. “In die traditionele genretaferelen vond ik een prima manier om beelden te ordenen,’ zegt Quinten Ingelaere zelf. “Ik kijk naar objecten en onderzoek hun beeldende mogelijkheden. In die zin kun je mijn landschappen als een soort podium zien, een ruimte waarin ik kan experimenteren met voorwerpen.”

Quinten Ingelaere-Born under a Bad Sign I (2019)
Quinten Ingelaere-Born under a Bad Sign I (2019)

In het landschap van ‘Born under a Bad Sign I’ plantte Ingelaere een aantal intrigerende houten structuren die in een wat spookachtig schijnsel worden uitgelicht. De takken en twijgen lijken letters te vormen, maar het alfabet is ons niet bekend en de betekenis blijft voor ons, toeschouwers, vooralsnog geheim. Het geeft het beeld een zweem van mystiek, we lijken te kijken naar de restanten van een verloren cultuur.

Quinten-Ingelaere-Res-Derelicta (2019)
Quinten Ingelaere – Res Derelicta (2019)

Diezelfde elementen vinden we terug in de meeste van Ingelaeres landschappen. Dat maakt zijn werk herkenbaar en de verschillen extra boeiend. In ‘Res Derelicta’ maakt de woeste wolkenpartij plaats voor verschillende rookpluimen. En die tarten de wetten van de fysica door als rechte lijnen samen te komen in één loodrechte pluim. De voorwerpen in Ingelaeres doeken nemen wel vaker een loopje met de werkelijkheid. Surrealisme dus, bovenop de romantiek en de barok.

Quinten Ingelaere - No Man's Land I (2019-2020)
Quinten Ingelaere – No Man’s Land I (2019-2020)

‘No Man’s Land I’ past perfect in het bovenstaande rijtje, maar springt eruit door zijn aparte vorm en de enorme luchtpartij. En die zijn ingegeven door de omstandigheden, zo blijkt. De lange, smalle plank bleef over nadat de kunstenaar een reeks panelen op maat gezaagd had. “Weggooien was geen optie”, zegt Ingelaere. “Integendeel, ik was erg benieuwd hoe die vorm mijn schilderij zou beïnvloeden. Dat de verhouding tussen lucht en land zo ongelijk is, komt dan weer doordat ik voor een ander werk aan het experimenteren was met blauw. In ‘No Man’s Land I’ zette ik dat experiment voort, er zitten vijf tinten blauw in. Die variatie én het feit dat ik slingerbewegingen, een reeks s-vormen, in de lucht stopte, zorgen ervoor dat het geheel toch elegantie en dynamiek uitstraalt.” Oh, en ook de dagtekening maakt dit werk extra bijzonder. De kunstenaar werkte het op oudejaarsavond af en dus is de datum officieel 2019-2020.

Tot slot nog even over de tonaliteit en de marouflage uit het begin van dit artikel. Quinten Ingelaere begint elk nieuw werk met het opzetten van een landschap in kleuren van dezelfde kleurfamilie. Die tonaliteit geeft het werk eenheid, en vormt de basis voor de rest van het beeld. Ingelaere verlijmt zijn doeken op houten panelen, een techniek die vandaag nog zelden gebruikt wordt maar die zijn werken een zekere robuustheid geven. Dat is ook nodig, want Ingelaere bewerkt en herwerkt bestaande schilderijen tot ze goed zitten. Soms tot vijf verflagen dik. De kunstenaar werkt immers snel en veel. Maar wat de toeschouwer uiteindelijk te zien krijgt, is een selectie en een synthese. Voor Quinten Ingelaere is schilderen dan ook een grotendeels mentale handeling, een oefening in kiezen.

Check ook het uitgebreide verslag van mijn gesprek met Quinten Ingelaere op theartcouch.be via deze link.

Dauwens & Beernaert Gallery viert zijn vijfjarig bestaan met ‘No Pain No Gain’, een tentoonstelling met het werk van 12 kunstenaars uit eigen stal. Tot 29 februari te bekijken in de galerij aan de Stalingradlaan 26 in Brussel. Meer info op hun website.

Punk Islam

Kunstenaar: Babi Badalov (°1959, Azerbeidzjan)

Kunstwerk: Punk Islam

Details: beschilderd textiel

Gesprek met de kunstenaar: op 27 november 2019 in La Verrière, ruimte voor hedendaagse kunst in Brussel

Expo: de tentoonstelling ‘Soul Mobilisation’ loopt tot 15 februari 2020 in La Verrière

Interessant omdat: Babi Badalov kunst maakt met woorden en schrifttekens die hij in zijn heel eigen stijl op lappen stof of gevonden voorwerpen schildert.

Het waarom van Badalovs kunstpraktijk valt prima te verklaren vanuit het bewogen zwerversbestaan dat de kunstenaar tot voor kort leed. Badalov werd in 1959 geboren in het zuiden van Azerbeidzjan, toen nog een Sovjetrepubliek. Zijn moedertaal is het Talysh, een kleine Iraanse taal die intussen als ‘kwetsbaar’ te boek staat en zwaar verdrukt wordt door het Azeri, de sociaal dominante taal in Azerbeidzjan. Midden jaren 80 ruilde Badalov de uitzichtloosheid van het leven in zijn thuisstad voor de bruisende kunstscene van Sint-Petersburg. Tot de houding ten aanzien van inwoners uit de zuidelijke Kaukasus er ronduit vijandig werd en Badalov opnieuw andere oorden moest opzoeken. Na omzwervingen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk kwam de kunstenaar in Frankrijk terecht waar hij in 2011 politiek asiel kreeg.

Babi Badalov - installatiezicht Soul Mobilisation (2) © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès
Babi Badalov – installatiezicht Soul Mobilisation (2) © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès

Zijn nomadische bestaan bracht Badalov tot het inzicht dat “we niet door grenzen gescheiden worden, maar door de onlogische eigenaardigheden van taal”. In zijn pogingen om op latere leeftijd Frans te leren, botste hij onder meer op de absurditeit van de Franse spelling. Zo is het hem een raadsel waarom het woord ‘rendez-vous’ zoveel letters telt om maar een handvol klanken weer te geven. In zijn werk onderzoekt Badalov die talige eigenaardigheden op een speelse manier. Maar zijn speelwoorden gaan ook ergens over: nationalisme, culturele integratie, consumptie, gendergelijkheid, mondialisering… Dat maakt van zijn kunst een verhaal van outsiders, van insluiten en uitsluiten, van taalbarrières die communicatie moeilijk maar nooit onmogelijk maken.

Babi Badalov - installatiezicht Soul Mobilisation © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès
Babi Badalov – installatiezicht Soul Mobilisation © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès

Voor Badalov is schrijven tekenen. En omgekeerd. Letters lopen uit in sierlijke ornamenten. Taal is decoratie. Visuele dichtkunst, noemt hij zijn kunstvorm zelf. Of ‘collage poetry’. Of ‘punk orientalism’. Maar eigenlijk is Badalov een verhalenverteller die verslag doet van zijn eigen levensloop. Hij documenteert de maatschappij vanuit zijn eigen ervaringen. Getuige daarvan de indrukwekkende mural die hij voor zijn tentoonstelling in La Verrière maakte. Voor die enorme collage putte de kunstenaar uit zijn dagboeken, daarin doet hij op creatieve wijze verslag van zijn ervaringen. Losse ideeën, indrukken en gedachten combineert hij er met schetsen, knipsels of foto’s tot beeldrijke collages.

Babi Badalov - detail Soul Mobilisation (2) © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès
Babi Badalov – detail Soul Mobilisation (2) © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès

Een mooi onderdeel van diezelfde collage is het werk ‘Punk Islam’. Wat op het eerste gezicht een gewoon, beschilderd shirt lijkt, is eigenlijk een djellaba die de kunstenaar in twee stukken sneed. De witte djellaba was de verplichte dresscode op een huwelijk in Jordanië waarop Badalov uitgenodigd was. Het inspireerde hem tot een werk over traditie, religieuze voorschriften en de uitdagingen van hyperdiverse samenlevingen in Europa. De woorden ‘punk’ en ‘islam’ worden zelden samen in een zin gebruikt, maar bij Badalov kan het. In de schildering die hij op het kledingstuk aanbracht, herkennen we een bebaarde man. Terwijl afbeeldingen van Mohammed verboden zijn in de islam. Very punk indeed.

Inspiratie en bronnen: interview met de kunstenaar op moussemagazine.it

De expo ‘Soul Mobilisation’ van Babi Badalov is tot 15 februari 2020 te zien in La Verrière, Waterloolaan 50, Brussel. Gratis toegang van dinsdag tot zaterdag tussen 12u en 18u.

Babi Badalov - detail Soul Mobilisation (2) © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès
Babi Badalov – detail Soul Mobilisation (2) © Isabelle Arthuis Fondation d’entreprise Hermès

HIDDEN

Kunstenaar: Juan Arreaza (Colombia)

Kunstwerk: een werk uit de serie HIDDEN

Details: waterverf op papier (2019)

Gezien: in de stand van Galeria Adrian Ibanez tijdens Luxemburg Art Week

Interessant omdat: Juan Arrezea de inhoud en de vorm van zijn werk zo mooi laat samenvallen. De dragers die hij voor zijn schilderijen kiest, passen wonderwel bij de figuren die hij haarfijn en liefdevol borstelt.

De galerij die het werk van Juan Arreaza ‘in de markt zet’, ligt in het bergachtige buitengebied van de Colombiaanse hoofdstad Bogota. Ze gaat er prat op kunstenaars te brengen die niet de grootstad ‘bewerken’, maar wel de periferie in beeld brengen. Juan Arreaza past perfect in dat plaatje, met zijn afbeeldingen van venters en illegale marktkramers.

Juan Arreaza - Hidden 6 (2019)
Juan Arreaza – Hidden 6 (2019)

Wie de wereld door een economische bril bekijkt, zou Juan Arreaza een chroniqueur van de informele economie noemen. Zelf zegt hij dat hij ‘mensen schildert die er wel zijn, maar die niemand ziet.’ Dat doet hij op meesterlijke wijze, kleurrijk en teder. Niet op canvas maar op tekenpapier of houten panelen. En voor de HIDDEN-serie gebruikte hij alleen weggegooid papier. Proppen, snippers, gescheurde vellen,…  wat normaal gesproken in de papiermand belandt, is prima geschikt om er straatverkopers op af te beelden. Afgedankt papier voor de afgedankten der aarde.

Juan Arreaza, Hidden 4 (2019)
Juan Arreaza, Hidden 4 (2019)

Maar uit Arreaza’s portretten spreekt liefde. De kwetsbare lichtheid van de waterverf, de warme kleurenpracht, en vooral: het kleine formaat. De portretten in deze reeks zijn nooit groter dan een centimeter of drie. Daarmee haakt de kunstenaar in op de westerse traditie van de miniatuurportretkunst, een genre dat in de 16de eeuw ontstond en waarbij kleine portretten van dierbaren op een ivoren of koperen medaillon werden geschilderd. Juan Arreaza kent dus zijn klassieken.

Tot slot kom ik graag nog even terug op de dragers die de kunstenaar voor deze serie gebruikte. Afgedankt papier bestaat in vele vormen, maar af en toe voegt de staat van het papier zelfs betekenis toe aan het geschilderde portret. Bij Hidden 3 is de afgebeelde figuur letterlijk hidden onder het doorbuigende papier. Bij Hidden 1 vormt de scheur een horizon, die de scene opdeelt in lucht en land en waardoor het lijkt alsof de eenzame benzineverkoper door een withete woestijn rijdt, op weg naar de stad achter de einder. Een werk vol emotie en betekenis. En toch niet duurder dan €700.

Inspiratie en bronnen: website van Galeria Adrian Ibanez, website van de kunstenaar

Untitled (vouchers)

Kunstenaar: Gabriel Kuri (°1970, Mexico-Stad)

Kunstwerk: Untitled (vouchers)

Details: handgeweven wollen tapijten (2007)

Gezien: in WIELS, Centrum voor Hedendaagse Kunst, in Brussel

Interessant omdat: Gabriel Kuri schoonheid puurt uit compleet waardeloze wegwerpspullen. Verzamelen, sorteren, herschikken en tentoonstellen, dat is Kuri’s kunstpraktijk in een notendop. Het ongemeen boeiende resultaat daarvan is nu te zien in de expo ‘Sorted, Resorted’ in WIELS.

De Mexicaanse kunstenaar, die intussen 16 jaar in Brussel woont en werkt, toont er een vijftigtal werken, die eens niet chronologisch maar volgens het gebruikte materiaal werden geordend. Een interessant concept dat heel mooi de essentie (en volgehouden regelmaat) van Kuri’s oeuvre laat zien. De gebruikte categorieën komen niet toevallig sterk overeen met de categorieën die we zelf gebruiken om ons afval te sorteren: metaal, bouwmaterialen, plastic en papier.

Gabriel Kuri - Thank you hole RP01 (2014)
Gabriel Kuri – Thank you hole RP01 (2014)

Het werk Thank you hole RP01 situeert zich in de eerste categorie. Kuri heeft een zwak voor roestvrij staal, het materiaal waaruit hyperfunctionele voorwerpen als dienbladen, vuilnisbakken, urinoirs en handdrogers zijn gemaakt, objecten die vooral hygiënisch moeten zijn én bestand tegen veelvuldig gebruik. Thank you hole RP01 doet denken aan het deksel van een vuilnisbak in een zelfbedieningsrestaurant, inclusief de holle ‘thank you’-frase. Wordt de klant bedankt voor het afruimen of voor het consumeren?

Een andere verwijzing naar consumentisme en kapitalisme vinden we in de sectie ‘bouwmaterialen’. Daar liggen elf blokken composietbeton die samen het werk Developing Property Development vormen. De blokken roepen het beeld van gestolde lava op. En wel ja, er zitten artefacten in vervat, zij het van de goedkopere soort: plastic munthouders en geldkikkers (die laatsten zijn industrieel geproduceerde oosterse talismannen).

Gabriel Kuri - Thank you clouds (2014)
Gabriel Kuri – Thank you clouds (2014)

De gratuite commerciële bedanking is een rode draad in de werken die ik hier presenteer. In de afdeling plastic vallen namelijk de Thank you clouds op. Dat werk bestaat uit wegwerptassen van supermarkten die aan het museumplafond hangen en door roterende ventilatoren opgebold worden. Dat soort plastic zakjes dankt de klant uitvoerig… en komt  vervolgens massaal in het milieu terecht.

Gabriel Kuri - Untitled (Vouchers) (2007)
Gabriel Kuri – Untitled (Vouchers) (2007)

In het laatste segment leren we dat Gabriel Kuri ook aankoopbonnetjes bewaart. Systematisch en nauwgezet. Na vele jaren leverde dat een gigantische stapel bonnen op die smeekten om geordend en gearchiveerd te worden, volgens heel eigen indelingscriteria. Een van die criteria was – alweer – het gedrukte dankwoord. Uit dit archief van prozaïsche commerciële documenten put Kuri al jaren om prachtige kunstwerken te maken. Hij reproduceert de tickets op handgeweven wollen tapijten die elk detail, ook de kleinste inktvlek, nauwgezet overnemen. Door de luxueuze uitvoering contrasteren de wandtapijten heel sterk met de nederige herkomst van de b(r)onnen, in die zin hebben ze veel gemeen mijn met eigen Don’t Throw Me, het kassaticket in baniervorm dat in april/mei 2017 de Leeuwenvlag verving aan de gevel van het Vlaams Huis in Brussel. Bij Kuri’s werk speelt nog een tweede contrast: tegenover het onpersoonlijke van de automatisch gedrukte bonnetjes plaatst hij het vakmanschap van de wolwevers die banale stukjes papier omvormen tot unieke kunstobjecten.  

Gabriel Kuri - Untitled (scratch lotto oysters) (2019)
Gabriel Kuri – Untitled (scratch lotto oysters) (2019)

Gabriel Kuri heeft een uniek talent om wegwerpartikelen in een nieuwe context te plaatsen en ze zo een verrassend nieuwe betekenis te geven. Op die manier levert hij commentaar op consumentisme en kapitalisme, niet met het opgeheven vingertje, maar subtiel en tongue-in-cheek. Getuige daarvan zijn werk Scratch Lotto Oysters. In een roestvrijstalen box toont de kunstenaar een reeks krasloten, in combinatie met geopende oesterschelpen. Waar parelvissers ooit oesterschelpen opdoken in de hoop een waardevolle parel te vinden, koesteren we vandaag de ijdele hoop om ons rijk te krassen. Kuri is wel zo vermetel om alleen de QR-codes te tonen, de eventuele koper van het werk staat daarom voor een lastige beslissing: als hij wil nagaan of het om winnende loten gaat, vernietigt hij het werk.

Gabriel Kuri - Quick Standards (2019)
Gabriel Kuri – Quick Standards (2019)

En nog eentje om het af te leren. Quick standards is een even eenvoudig als visionair werk. In 2006 al, lang voor er van een vluchtelingencrisis sprake was, heeft Kuri zilver- en goudkleurige isolatiedekens aan houten staken bevestigd. Zo creëerde hij spandoeken die tekst noch beeld bevatten, en toch een perfect duidelijke referentie meedragen. Ik kijk uit naar het moment waarop een pientere geest daadwerkelijk met deze ‘quick standards’ in een vluchtelingenbetoging meestapt.

De expo ‘Sorted, Resorted’ van Gabriel Kuri loopt tot 5 januari 2020 in WIELS. Meer informatie vind je via deze link.

Inspiratie en bronnen: Jan Braet in Knack, Museum of Contemporary Art San Diego

Orphans

Kunstenaar: Bram Ellens (NL, °1978)

Kunstwerk: Orphans

Details: afgedankte schilderijen, verschillende afmetingen (2018)

Gezien: op het Kunstenfestival Watou

Update: 29 december 2019

Interessant omdat: Bram Ellens afgedankte schilderijen een nieuw leven geeft door er eivormige sculpturen mee te maken. Met die ingreep plaatst hij zich in een rijke traditie van kunstenaars die oude schilderijen hergebruiken. Een uitstekende aanleiding voor een overzicht van de recyclagemogelijkheden. Geïllustreerd met voorbeelden uit het rijke archief van deze blog, dat zijn 40 ‘Kunstparels in de kijker’.

  1. Overschilderen

In vervlogen tijden, toen Europa nog echte kunstenaar-bohémiens had, werden schildersdoeken gerecycleerd uit pure noodzaak. Van Vincent Van Gogh is geweten dat hij krap bij kas zat en niks weggooide wat beschilderbaar was. Voor hedendaagse schilders is die economische noodzaak vaak minder dwingend. Het zijn vooral artistieke motieven die aanzetten tot hergebruik, om een creatieve periode af te sluiten bijvoorbeeld. Dat geldt alvast voor de Boechoutse kunstenaar Bram Kinsbergen. In zijn vroegere werk plaatste hij de schoonheid van de natuur lijnrecht tegenover de protserige oppervlakkigheid van de mens. In die werken speelden symbolen van de consumptie- en entertainmentcultuur een hoofdrol: Mickey Mouse-figuren, dollartekens en logo’s van fastfoodtenten. Nadien sloeg de kunstenaar een andere weg in en koos hij voor een subtielere vervlechting van natuur en cultuur. Die evolutie in zijn kunstpraktijk wordt mooi geïllustreerd door het feit dat hij oudere doeken met compleet nieuw werk overschildert. Al heeft dat ook met een innerlijke onrust te maken: Kinsbergen heeft het moeilijk om een werk als ‘af’ te beschouwen, schilderijen die te lang in zijn atelier blijven staan, voeden zijn drang naar experiment, naar verandering en verbetering.

Bram Kinsbergen - Untitled #5 (2011)
Bram Kinsbergen – Untitled #5 (2011)

Zo verging het ook No Title #5 uit 2011, een werk dat een reusachtige McDonald’s-clown op een steigerende stier toonde. Omdat hij niet langer tevreden was over het opzet en de uitvoering, wiste de kunstenaar het doek als het ware uit door het zwart te schilderen. Alleen de hamburger en een smalle strook aan de onderkant van het werk bleven gespaard. Omdat hij in die periode experimenteerde met afbeeldingen van tijgers en panters, besliste Kinsbergen om de kop van een panter naast de hamburger te plaatsen. Dat deed hij door de zwarte verf met white spirit minutieus en doordacht weer weg te halen. De herwerkte versie was in mei 2015 te zien in de galerij van veilinghuis Bernaerts in Antwerpen, waar het perfect paste in een nieuwe reeks schilderijen met botanische en florale motieven tegen een donkere achtergrond.

Bram Kinsbergen - Untitled #5 (2015)
Bram Kinsbergen – Untitled #5 (2015)

Intussen zette Bram een nieuwe stap in zijn kunstpraktijk waarbij zijn obsessie voor de natuur de bovenhand haalde en elke referentie aan menselijke cultuur uit zijn werk is verdwenen. De herwerkte versie uit 2015 wekte daarom opnieuw een gevoel van ‘onafheid’ op en bijkomende ingrepen drongen zich op: de hamburger verdween en de kunstenaar voegde elementen uit de natuur toe waardoor de panter in een biotoop werd geplaatst. Met die felgroene gewassen tegen een zwarte achtergrond voegt Kinsbergen overigens een fotografische toets aan zijn schilderijen toe: hij kreeg de ingeving toen hij ’s nachts een foto nam van zijn tuin, met flashlight.

Bram Kinsbergen - Untitled #5 (2019)
Bram Kinsbergen – Untitled #5 (2019)

2. Afschrapen

In het oeuvre van de Peruaanse kunstenaar Nicolas Lamas staan informatie en informatieoverdracht centraal. Dankzij nieuwe technologieën vergaren en verspreiden we kennis en informatie steeds sneller. Maar Lamas bouwt zijn werk op rond een merkwaardige paradox: de technologie evolueert zo snel dat er straks informatie verloren dreigt te gaan omdat hun dragers niet langer leesbaar of raadpleegbaar zijn. Zijn ‘Ways to Disappear’ speelt helemaal in op dat gegeven. De kunstenaar schraapte de verflagen van een bestaand schilderij. Wat overblijft is een doek dat nog duidelijke sporen van het origineel draagt, maar onherroepelijk onleesbaar is. Schilderen als de kunst van het wegnemen.

Nicolas-Lamas-Ways-to-Disappear
Nicolas Lamas – Ways to Disappear (2018)

3. Afschrapen en herschikken

Ook de Tsjechische multi-artist Pavel Büchler recycleert. Hij maakt kunst met bestaande teksten, gevonden objecten, en voorbijgestreefde technologieën (zoals bandopnemers en drukpersen), op die manier geeft hij een nieuwe betekenis aan het alledaagse en banale. Hij gaat daarbij in geen geval de Grote Kunstzinnige uitdagingen uit de weg. Lijkt de schilderkunst op een dood spoor beland omdat alle pistes om met verf een tweedimensionale werkelijkheid te creëren zijn uitgeput, dan herschept Büchler afgedankte schilderijen in nieuwe werken door met engelengeduld de verf van de doeken te pulken en de schilfers er omgekeerd weer op te kleven. Dat resulteerde in de reeks ‘Modern Paintings EW582’ en daarmee vond hij de schilderkunst als het ware opnieuw uit als een performance met verf en doek.

Pavel Büchler - Modern Paintings EW582
Pavel Büchler – Modern Paintings EW582

4. Omdraaien

Als de voorkant van het doek niet bruikbaar is, dan draai je het gewoon om. Toon Boeckmans creëert een prachtige kosmos door een donkerblauw canvas om te draaien en het met witte speldenkoppen te bezaaien. Maar omdat het doek omgedraaid is – de houten spieën in de hoeken van de lijst maken dat duidelijk – wordt onze nieuwsgierigheid gewekt. We hebben immers het raden naar de afbeelding op de voorzijde. Zoals wanneer we op een heldere avond naar de sterren kijken en het raden hebben naar wat er zich achter die fonkelende hemellichamen bevindt. Op die manier brengt Toon Boeckmans een ode aan het onvatbare én aan de menselijke verbeelding. Om een sterrenhemel op te roepen is niet meer nodig dan een blauw doek en wat speldenkoppen. Zoals een simpele kring in het strandzand volstaat om een zon te verbeelden.

Toon Boeckmans -Untitled
Toon Boeckmans -Untitled © Alexandra Bertels

5. Beeldhouwen

De Nederlandse kunstenaar Brams Ellens gaat nog een stap verder en ontdoet het canvas van zijn functie als drager. Bij hem is het doek, gespannen in een lijst, nog louter materie, materiaal waarmee gebouwd kan worden. Dat zien we in zijn Orphan-serie: een reeks eivormige sculpturen in verschillende formaten die hij construeerde met afgedankte schilderijen.

De naam van de reeks verwijst naar de verlatenheid van afgedankte objecten die ooit gekoesterd werden door hun eigenaar. Via begrafenisondernemers en kringloopwinkels ging Ellens doelgericht op zoek naar oude schilderijen van overleden eigenaars, doeken die ‘wees’ geworden waren omdat de erfgenamen ze niet in huis wilden halen. Bram Ellens geeft ze een nieuwe toekomst als ovale sculptuur: het ei als symbool van nieuw, beginnend leven.

Maar ook hij maakt de doeken onleesbaar. En voedt dus onze nieuwsgierigheid. Wie zou nu geen blik willen werpen op de binnenkant van zo’n Orphan? Wie hoopt daar geen heerlijke kakafonie aan schilderstijlen en -onderwerpen aan te treffen?

Bram-Ellens-Orphans-2018
Bram Ellens – Orphans (2018)

Inspiratie en bronnen: website Van Goghs ateliergebruik, www.bramellens.com

Arabian Nights

Kunstenaar: Koen Theys (BE, °1963)

Kunstwerk: Arabian Nights

Details: geglazuurd keramiek, 170 x 210 cm (2017)

Gezien: in de stand van Keteleer Gallery tijdens Art Brussels 2019

Interessant omdat: Koen Theys vertrekt vanuit een beeld of een materiaal en er gaandeweg betekenis en inhoud aan toevoegt. Dat resulteert in kunst die intrigeert en beklijft, die actueel is zonder de waan van de dag te volgen. Van video tot keramiek.

De voorbije drie decennia bouwde Koen Theys een internationale carrière uit als videokunstenaar én als beeldhouwer. En ook al lijken beide disciplines weinig met elkaar gemeen te hebben, de kunstenaar zelf beschouwt al zijn werken als ‘sculpturen’, als ‘installaties in de ruimte’. Neem nu ‘Death Fucking Metal’, een performance waarin de kunstenaar het gegeven ‘rockmuziek’ wegzet als een uitgeleefd genre. Op een groot, ronddraaiend podium ligt een dertigtal rockmuzikanten op leeftijd, uitgeput en moedeloos, omringd door  hun instrumenten. Af en toe klinkt een half akkoord of een flard van een songtekst. Een tableau vivant als ‘installatie in de ruimte’ dat voortleeft in verschillende vormen, als video én als fotodrieluik: Death Fucking Metal (Yellow), (Red) en (Blue).

Koen Theys - Death Fucking Metal (Yellow) @Koen Theys

Koen Theys – Death Fucking Metal (Yellow) (99,5 x 310 cm) @Koen Theys

De kunstenaar wisselt periodes van digitale creatie steevast af met periodes van handwerk. De laatste jaren ligt de focus weer op dat laatste, en dan ligt experiment vaak aan de basis van nieuw werk, zo blijkt. Tijdens een verblijf in het Europees Keramisch Werkcentrum in het Nederlandse Oisterwijk experimenteerde de kunstenaar met keramische kleuren. Een kleurentest met donkerblauw en goud kwam hem sprookjesachtig voor, deed denken aan woestijnlandschappen en Oosterse mystiek. Dat gegeven vertaalde de kunstenaar naar een herkenbare, Arabische  architecturale vorm. Wonderlijk hoe het (gefragmenteerde) raam van ‘Arabian Nights’ meteen het beeld van de rijke culturele geschiedenis van het Midden-Oosten en de sfeer van de sprookjes van 1001 nachten oproept. Een beeld dat veel sterker blijkt dan alle negatieve berichtgeving die ons uit die regio bereikt.

Koen Theys - Arabian Nights @Koen Theys

Koen Theys – Arabian Nights @Koen Theys

‘Arabian Nights’ toont goed aan hoe Koen Theys zijn kunstpraktijk opvat. Experimenten met materialen liggen aan de basis van beelden die pas later een diepere betekenis krijgen, niet andersom. Koen Theys: “Kunstenaars die zuiver vanuit een idee of concept vertrekken, eindigen vaak met werk dat niet meer is dan een illustratie van dat idee. Het omgekeerde geldt ook: wie zijn werk louter door een materiaal of techniek laat bepalen, eindigt vaak met een inhoudsloos beeld.” Dat ‘Arabian Nights’ een hoge actualiteitswaarde heeft, is toeval. “Ik laat me niet leiden door de actualiteit,” zegt de kunstenaar. “Ook al heeft mijn werk wortels in het nu, het is geen journalistiek, geen weergave van het moment. Tenslotte is het de taak van de kunstenaar om de positie van kunst te onderzoeken. Maar natuurlijk de positie van kunst binnen zijn context, binnen zijn maatschappij. Kunst moet vragen stellen, nieuwe perspectieven aanreiken, en dus inhoud hebben.”

Op 15 juli had ik een uitgebreid gesprek met Koen Theys. Het volledige verslag daarvan lees je via deze link op theartcouch.be

Te zien: Zijn vernieuwend gebruik van keramiek leverde de kunstenaar een tentoonstelling in Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden op. Intussen gaat ‘Diasporalia’ op reis, in Europa en daarbuiten.

Inspiratie en bronnen: website van de kunstenaar, Keteleer Gallery

Fort van Zachte Boter

Kunstenaar: Toon Boeckmans (BE, °1993)

Kunstwerk: Fort van Zachte Boter

Details: mixed media (2015)

Gezien: bij Dauwens & Beernaert Gallery

Interessant omdat: Toon Boeckmans met humor en speelse elementen existentiële thema’s aankaart. Al laat zijn kunstpraktijk zich moeilijk onder één noemer vatten, de ongecompliceerdheid van zijn werk valt op. Met minimale ingrepen haalt hij voorwerpen uit hun context en geeft hij ze nieuwe betekenissen en connotaties.

Neem nu De Astronoom. In een kijkkast staat een eenzame wegwijzer in een grasveldje, omgeven door kleurige schijven in verschillende formaten, als de zonnen in parallelle universums. Boeckmans is gefascineerd door het onvatbare en de manier waarop de mens de wereld om hem heen toch in structuren probeert te vatten. De Astronoom is zijn metafoor voor de nietige, zoekende mens, gezien vanuit het heelal.

Toon Boeckmans - De Astronoom

Toon Boeckmans – De Astronoom © Alexandra Bertels

Ook in Untitled staat de ondoorgrondelijkheid van de kosmos centraal. We zien een donkerblauw canvas met witte stippen, gespannen op een frame. De houten spieën in de hoeken van de lijst maken duidelijk dat dit de achterzijde van een doek is. Dit zou een sterrenhemel kunnen zijn, maar we hebben het raden naar de afbeelding op de voorzijde. Zoals we – als we op een heldere avond naar de sterren kijken – het raden hebben naar wat er zich achter die fonkelende hemellichamen bevindt. Een ode aan het onvatbare én aan de menselijke verbeelding. Om het beeld van een sterrenhemel op te roepen, volstaan een blauw doek en wat speldenkoppen. Zoals een eenvoudige cirkel in het zand de zon kan verbeelden. Niets is menselijker dan verbeeldingskracht.

Toon Boeckmans -Untitled

Toon Boeckmans -Untitled © Alexandra Bertels

En het is precies onze fantasie die van Fort van Zachte Boter een kasteel met hoektorens en slotmuren maakt. Die muren bakenen grenzen af, forten werden gebouwd om indringers buiten te houden. Maar Toon Boeckmans bouwde een onmogelijk kasteel, met een zachte, kneedbare omwalling. Lieflijk geel en uiterst tactiel. Een andere, veel radicalere, afbakeningstechniek gebruikt hij in Untitled 2018. Een canvas is met rood-wit lint afgezet en ontoegankelijk gemaakt. Het doek is leeg, schilderen is onmogelijk geworden. Een minimale ingreep met maximale impact.

Toon Boeckmans - Untitled 2018

Toon Boeckmans – Untitled 2018 © Alexandra Bertels

Op 20 juni sprak ik Toon Boeckmans in zijn atelier in Gent. Mijn verslag van die ontmoeting lees je op de website van TheArtCouch.

Tot 20 juli is het werk van Toon Boeckmans te zien bij Gallery Dauwens & Beernaert als onderdeel van de tentoonstelling Negative/Positive Part II. Meer informatie vind je hier.

This Changes Everything

Kunstenaar: San Keum Koh (Korea, 1966)

Kunstwerk: This Changes Everything; Capitalism vs. The Climate 1 (Naomi Klein/Simon & Schuster) Excerpt from Pp. 337-359

Details: kralen, acrylverf, lijm en houten paneel – 154 x 97 cm (2016)

Gezien: in de stand van Gallery Baton tijdens Art Brussels 2019

Interessant omdat: San Keum Koh geschreven teksten herleidt tot hun lay-out en structuur. Dat doet ze door alle letters te vervangen door witte kralen of stalen bolletjes. Zo ontstaan tekstbeelden met een puur vormelijke waarde, zonder taalkundige betekenis.

Koh San Keum - Silence of Lim (2008)

Koh San Keum – Silence of Lim (2008)

Omdat de taaltekens vervangen zijn door kralen doen de werken van San Keum Koh aan brailleschrift denken. En ook al is het geen blindenschrift, de associatie houdt steek. De Koreaanse kunstenares kreeg het idee om tekstbeelden te maken toen ze tijdens een stage in New York zo vermoeid raakte dat ze tijdelijk blind werd. Haar gezichtsvermogen kwam maar langzaam terug en de eerste weken zag ze niks meer dan lichtstippen en vage contrasten van licht en donker. En dus “besloot ik om werk te maken met glanzende stippen als verwijzing naar dat eerste licht. Ik wilde teksten ‘vertalen’ uit romans, dichtbundels en andere publicaties die me na aan het hart lagen. Ik ging glimmende parels gebruiken om letters weer te geven, en dat leverde gecodeerde teksten op, ontdaan van elke leesbaarheid. Alleen de schoonheid van de pure vorm bleef over.”

Maar de kunstenares besefte dat esthetiek alleen geen interessante kunst oplevert. Door in de titels van haar werken te verwijzen naar de oorspronkelijke teksten geeft ze voldoende context mee om de beelden toch een inhoudelijke dimensie te geven. Bovendien verraadt de lay-out meestal of het om een gedicht, een krantenartikel of een advertentietekst gaat. Maar de precieze inhoud van de gekozen teksten gaat onherroepelijk verloren, San Keum Koh’s werken zijn geschreven in de internationale taal van de kunst en dus voor iedereen even begrijpelijk (of ondoorgrondelijk).

Marcel Broodthaers - Un coup de dés jamais n'abolira le hasard (1969)

Marcel Broodthaers – Un coup de dés jamais n’abolira le hasard (1969)

Het blijft uitermate boeiend om vast te stellen hoe kunstenaars met een compleet verschillende achtergrond via compleet verschillende wegen toch tot dezelfde kunstzinnige oplossing komen. San Keum Koh is immers lang niet de eerste om gedrukte teksten tot hun pure vorm te reduceren. In 1969 bracht Marcel Broodthaers zijn kunstboek ‘Un coup de dés jamais n’abolira le hasard’ uit. Broodthaers had in 1963 de dichtkunst geruild voor de beeldende kunst en om die overgang in de verf te zetten, ging hij aan de slag met het gelijknamige gedicht van de Franse symbolistische kunstenaar Stéphane Mallarmé. Mallarmé had (in 1897 al) heel precies beschreven hoe de typografie van zijn gedicht er moest uitzien, hij vond immers dat lettertype en bladschikking moesten bijdragen tot het ritme en de leeservaring van het werk. Die achterliggende gedachte trok Broodthaerts radicaal door. In zijn versie werden alle woorden vervangen door zwarte balken, die qua lengte en lay-out nauwgezet de instructies van Mallarmé volgen. Tekst werd typografie, typografie werd beeld.

Inspiratie en bronnen: Met Museum, Gallery Huue

Old Places

Kunstenaar: Patrick Keulemans (BE)

Kunstwerk: Old Places

Details: papier en bladlood (2019)

Gezien: bij de kunstenaar thuis

Interessant omdat: de beelden van Patrick Keulemans uitermate verhalend zijn, inhoud hebben, gelaagd zijn. Patrick geeft een nieuwe betekenis aan heel gewone voorwerpen of afgedankte materialen. Sterker nog, het creatieve proces begint bij het object, dat associaties oproept en nieuwe toepassingen in zich draagt. Het object bepaalt de aard en het concept van het kunstwerk, niet omgekeerd.

Vormelijk zijn de kunstwerken erg toegankelijk, en omdat ze vaak een speels, ludiek element hebben, wekken ze de schijn van laagdrempeligheid. Maar elk werk is gelaagd en om de verschillende betekenislagen te achterhalen, moet de toeschouwer vol aan de bak. Keulemans’ kunst wil immers een statement maken, vragen oproepen, prikkelen of ontroeren.

 

Patrick Keulemans - Belief and Disbelief 2, 2014

Patrick Keulemans – Belief and Disbelief 2, 2014

 

Neem nu ‘Belief and Disbelief’. Dit werk uit 2014 doet het zonder speelse toets en gaat meteen naar de kern van de zaak: een statement maken over macht en onmacht. In een stalen constructie die doet denken aan het skelet van een kapel of een kerk, hangt een zwartgeblakerde houten tong aan lederen riemen. Aan het ene eind van de tong vormen de riemen een omgekeerde piramide, als een naar binnen gekeerde kerktoren. Het koude staal, het zwarte leder en de gevangen tong geven het werk iets sinisters, en zo heeft de kunstenaar het ook helemaal bedoeld. Dit is zijn aanklacht tegen seksueel misbruik en onderdrukking door de katholieke kerk. Religies doen zich voor als systemen om mensen te vormen en te verbinden, maar verworden snel tot verstikkende machtsstructuren, zonder ruimte voor zelfkritiek en reflectie.

 

Patrick Keulemans - Wat is er fout toegedoend?, 2017

Patrick Keulemans – Wat is er fout toegedoend?, 2017

Patrick Keulemans - Wat is er fout toegediend? (detail), 2017

Patrick Keulemans – Wat is er fout toegediend? (detail), 2017

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een ander belangrijk aspect van Keulemans’ kunstpraktijk is zijn fascinatie voor taal. Dankzij taal kunnen we communiceren en samen-leven. Anders gezegd, taal maakt samenleven mogelijk. In “Wat is er fout toegediend?”, een werk uit 2017, presenteert de kunstenaar honderden fragmenten uit bijsluiters van geneesmiddelen die hij op uitgelaserde capsules in acrylaat kleefde en vervolgens met eindeloos geduld tussen twee glasplaten bij elkaar bracht. Het resultaat is een soort display zoals die vaak in een apotheek staat, met een dubbele boodschap: taal kan een medicijn voor een zieke maatschappij zijn. Maar het werk refereert ook aan de fouten die in de medische wereld worden gemaakt. Er zitten bewust enkele capsules fout.

 

Patrick Keulemans - Old Places, 2019

Patrick Keulemans – Old Places, 2019

 

De uitgelaserde capsules in het display getuigen van Keulemans’ vakmanschap en zin voor vormgeving. En dat geldt al helemaal voor ‘Old Places’, een gloednieuw werk dat de kunstenaar maakte voor Drop, zijn aankomende solotentoonstelling in B53, het podium voor hedendaagse kunst in Arnhem. ‘Old Places’ laat goed zien waarom Patrick Keulemans zich zonder ironie een meester-vervalser noemt. Basic materialen als papier en bladlood vormt hij om tot een fascinerend kunstwerk. Het lijkt alsof we naar een stokoude luchtfoto van een stadswijk kijken. Maar het beeld is volledig geconstrueerd, het roestige patina is een handigheid van de kunstenaar, de plattegrond bestaat uit precies geplaatste vormen uit bladlood. Niets is wat het lijkt. Nothing is!

Inspiratie en bronnen:  website van de kunstenaar

Planned Obsolescence

Kunstenaar: Nicolas Lamas (Peru, °1980)

Kunstwerk: Planned Obsolescence

Details: kopieerapparaat, gips, papier, marmer, menselijk bot, schuimrubber, plastic (2019)

Gezien bij: galerie Meessen De Clercq in Brussel

Interessant omdat: Nicolas Lamas een beeldend dichter is. Dichters gooien gewone woorden in ongewone contexten om nieuwe inhouden te creëren. Met metaforen en beeldspraak boren ze nieuwe betekenislagen aan en zetten ze hun lezers aan tot denken. Dat doet Lamas ook, met beelden in plaats van woorden.

Nicolas Lamas - Archaeology of Data (2019)

Nicolas Lamas – Archaeology of Data (2019)

Technologie, dat is het centrale gegeven in het oeuvre van Nicolas Lamas. Niks is menselijker, want alleen de mens is in staat tot het bedenken van technologische concepten. Maar tegelijk beheerst technologie ook ons leven en bepaalt het wie wij vandaag als mens zijn. Het werk ‘Archeology of Data’, bijvoorbeeld, draait om informatietechnologie. Informatie is macht. Wie de informatiestromen beheerst, zwaait de plak. Dat is nu zo, denk maar aan de manier waarop internetgiganten als Facebook en Google informatie vergaren en gebruiken. Maar duizenden jaren geleden was het niet anders. Lamas vat die vaststelling door een hightech printplaat naast een kleitablet met spijkerschrift te plaatsen. 3.000 jaar v.C. werd het schrift geboren toen de Soemeriërs een manier bedachten om hun taal neer te schrijven. ‘Archaeology of Data’ is 5.000 jaar informatietechnologie in één beeld.

Nicolas Lamas -Posthuman flows (2019)

Nicolas Lamas -Posthuman flows (2019)

Ook het werk ‘Posthuman Flows’ kaatst tussen heden en verleden. Een opgegraven menselijk skelet bevat nauwelijks nog beenderen en zit tjokvol restanten van technologische ingrepen: metalen buizen, elektriciteitskabels, schroeven, een tl-buis, dichtingsringen, gipsen afdrukken… Een metafoor voor de invloed van technologie op de mens. En tegelijk een verwijzing naar de analogie tussen ons zenuwstelsel en het wereldwijde web, allebei netwerken die een onophoudelijke stroom aan informatie doorgeven. In elk geval doet ‘Posthuman Flows’ sterk denken aan ‘The Last Human’ van Maarten Vanden Eynde. Deze archeoloog van de toekomst toont een gepimpt skelet, als restant van de laatste organische mens voor onze soort een volledig technologisch wezen werd.

Nicolas Lamas - Planned Obsolescence (2019)

Nicolas Lamas – Planned Obsolescence (2019)

Maar geen werk vat de kunstpraktijk van Nicolas Lamas beter dan ‘Planned Obsolescence’. Ook in deze beeldenreeks staat de informatietechnologie centraal. Kopieermachines verzinnebeelden ons vermogen om documenten te vermenigvuldigen en kennis op te slaan. Maar de machines in dit werk zijn verouderd (de titel van het werk verwijst naar de praktijk waarbij producenten met opzet de levensduur van hun producten beperken) en doen nu dienst als sokkel voor (kopieën van) antieke borstbeelden. De toestellen zijn opengewerkt en laten onbeschaamd in hun binnenste kijken. Een wirwar van elektrische bedrading werd aangevuld met organische elementen: een menselijk bot, gras, een schelp. En zo vervagen de grenzen tussen heden en verleden, tussen natuur en technologie. Pure poëzie.

De tentoonstelling “Archaeology of Darkness” van Nicolas Lamas loopt tot 16 februari 2019 in galerie Meessen De Clercq, Abdijstraat 2a in Brussel.

Inspiratie en bronnen: BRUZZ out – 1645 (p.25), nicolaslamas.net